Donnie Brasco (de echte)

6 Jaar lang infiltreerde FBI-agent Joe Pistone een van de grootste New Yorkse maffiafamilies. Zijn naam zegt u misschien niets, zijn schuilnaam wellicht des te meer: Donnie Brasco. De beroemdste undercoverflik uit de geschiedenis werd door Johnny Depp onsterfelijk gemaakt in de gelijknamige film. Vandaag leeft hij nog steeds ondergedoken en staat er nog altijd een half miljoen dollar op zijn hoofd. In zijn nieuwe boek Donnie Brasco: Unfinished Business onthult hij meer dan ooit.

Interview: Peter Hossli Fotografie: Charly Kurz Vertaling: Ben Pays

joe_pistoneDe telefoon rinkelt. Op het display van het toestel verschijnt ‘unknown’. Het is Joe Pistone. Het gesprek is kort, de eis to the point: “Zorg dat je over 2 weken in Las Vegas bent. Ik zal je bellen om 18 uur.” Dan hangt hij op. Pistone, 67 nu, leeft nog steeds ondergedoken. 30 Jaar geleden infiltreerde hij als Donnie Brasco in de Bonannofamilie, toen een van New Yorks vijf maffiafamilies. Van 1975 tot 1981 leefde Pistone tussen de gangsters en moordenaars. Zijn geheime operatie maakte van hem de beroemdste FBI-agent uit de geschiedenis. Toen hij zich terugtrok uit het undercoverwerk, had hij genoeg informatie verzameld om 200 maffiosi naar de gevangenis te sturen. Hij schreef er een boek over en zijn verhaal werd een Hollywoodfilm: Donnie Brasco, met Johnny Depp en Al Pacino in de hoofdrollen. Vandaag heeft hij een vervolg gepubliceerd: Donnie Brasco – Unfinished Business. Nu de meeste documenten eindelijk werden vrijgegeven, mag hij het nog eens uitgebreid over zijn werk hebben.

2 Weken later in Las Vegas. Alles is klaar voor het interview in Bally’s Hotel and Casino. De fotograaf heeft de lichten opgesteld. Om 16 uur gaat de telefoon. ‘Unknown’. Het is Pistone, hij is hier. “Ben je in Vegas?” vraagt hij. “Ja, wanneer mag ik je in Bally’s verwachten?” “Nooit”, antwoordt Pistone. “Kom over een uur naar het South Point Casino.” Hij hangt op. Het South Point? De conciërge van Bally’s heeft geen idee waar dat ligt. “Het hotel ligt 20 mijl ten zuiden van hier, in het midden van de woestijn”, weet een taxichauffeur ons uiteindelijk te vertellen. We arriveren er iets voor vijven. Stipt op tijd verschijnt Pistone. Hij is een lange, kale man die nooit zijn zonnebril zal afnemen. Hij neemt ons mee naar het zwembad waar een paar kleerkasten rondhangen. Hij zwaait naar hen. “Vrienden van me”, zegt Pistone. Het zijn lijfwachten. Een paar kinderen spelen in het water. Hier zal het interview doorgaan, in de openlucht, te midden van veel mensen. Alleen hier voelt Pistone zich veilig.

joe_pistone_peter_hossliOnder welke naam bent u hier ingecheckt?
Joe Pistone: Ik logeer niet in dit hotel. En als ik ergens incheck, doe ik dat onder verschillende namen, nooit als Pistone. Maar als ik jou verklapte dewelke, zou mijn cover eraan zijn, dat begrijp je wel.

Het is jaren geleden dat u in de maffia infiltreerde. Hebt u nog steeds een vermomming nodig?
Pistone: De maffia heeft indertijd 500.000 dollar op mijn hoofd gezet. Dat contract is nooit opgeheven. Er kan altijd een cowboy opduiken die me herkent en denkt: ‘Mmm, als ik Donnie Brasco kan omleggen, zal dat mijn reputatie geen kwaad doen.’

Toen u belde, stelde u zich meteen voor als Donnie Brasco. Hebt u er problemen mee om te weten wie u werkelijk bent?
Pistone: Nee. Donnie Brasco is gewoon een meer herkenbare naam dan Joe Pistone. Maar ik weet dat ik Joe Pistone ben.

We zijn in Las Vegas, de stad die door de maffia gecontroleerd werd. Wat is haar invloed in Vegas vandaag?
Pistone: Over het gokken hebben ze geen controle meer. Maar ze hebben wel een hand in de bevoorradingen. Misschien zorgen ze wel voor de levering van de zeep in Vegas. Weet je hoeveel zeep er in de casino’s wordt gebruikt? Maar voor hetzelfde geld doen ze de was. Je kan je wel inbeelden hoeveel vuile was er dagelijks moet gereinigd worden in de casino’s en hotels. En dan zijn er nog de bestekken, de serviezen… Kortom: alles waar geld mee te verdienen valt.

Geen enkele andere agent is ooit dieper in de maffia geïnfiltreerd. Dankzij uw werk werden 200 maffiosi gearresteerd. Waarom werd u geselecteerd voor de job?
Pistone: Ik had net anderhalf jaar undercover gewerkt en ik had het niet verprutst. Bovendien ben ik een Italiaan. Ik groeide op in een Italiaanse wijk die door de maffia gedomineerd werd. Ik kende die jongens dus.

Met andere woorden: u hebt niet moeten studeren om een goede gangster te worden?
Pistone: Je hebt het of je hebt het niet. Ik wist hoe ik me diende te gedragen. I knew how to talk, and I knew how to walk. Maar ik wist de hele tijd dat ik een job te doen had, én dat ik er goed in was.

Als kind moeten de gangsters u ongetwijfeld gefascineerd hebben. Maar op een bepaald moment koos u ervoor om agent te worden in plaats van bendelid. Waarom?
Pistone: In de wijken waarin ik ben opgegroeid, kies je ofwel de weg van de maffia, ofwel het rechte pad. Mijn ouders hebben ervoor gezorgd dat ik wist dat een gangster worden niet de weg was die ik moest volgen.

En waarom vielen de maffiosi voor u?
Pistone: Omdat ik mezelf was. Ik deed me niet gangsterachtig voor. En ik had veel geduld. Ik had de mogelijkheid om die kerels voor me in te nemen, ze echt te laten geloven dat ik Donnie de juwelendief was.

Hoe pamper je een bende gangsters?
Pistone: Door hun taal te beheersen. Door je eigen karakter te kennen. Door te weten hoe ze hun organisatie runnen. By knowing what makes ’em tick, door te weten wat hen drijft.

Maar u bleef wel altijd een flik. Hoe vermeed u achterdocht?
Pistone: I knew my legend. Ik was een juwelendief. Ik kende het juwelenvak. Ik wist wat kostbare edelstenen waren. Ik kende alles van alarmsystemen. Ik wist hoe ik in een gebouw of een brandkast moest geraken. En niet in het minst: ik kon hen geld opleveren.

Dus u wandelde op een dag een maffiakroeg binnen en u zei: “Yo, de mannen! Ik kom meedoen”?
Pistone: Nogmaals: je moet veel geduld hebben. Je moet weten wat je doel is en hoe je te werk moet gaan. Vervolgens hing ik gewoon wat rond in restaurants en bars. Eerst in Little Italy, in Mulberry Street, daarna op andere plekken in Manhattan. Ten slotte in Brooklyn, waar de grote jongens uithingen. Ik zorgde ervoor dat ik werd gezien, dat ze mijn gezicht kenden. Uiteindelijk begon er iemand een praatje met me.

En die bood u diamanten aan?
Pistone: Het is een veel trager proces. Het is een proces waarin zij denken dat ze jou inpakken, maar eigenlijk ben jij hén aan het inpakken. Ik moest hun barrières stap voor stap neerhalen. Na zo’n 8 maanden met een kerel te zijn bezig geweest, haalde ik op een nacht zomaar enkele diamanten boven. Het waren diamanten die de overheid in beslag had genomen. Ik zei: “Kijk, ik heb hier deze stenen. Ik zou er zoveel voor willen krijgen. Zou jij die voor mij kunnen verkopen?”

Als ze hadden ontdekt wie u was, zouden ze u vermoord hebben. Hoe ging u om met die voortdurende angst?
Pistone: Geloof helpt. Kijk, iedereen moet op een dag sterven. If that’s gonna be the time, that’s gonna be the time. Je moet vertrouwen op je geloof dat het niet op dat moment zal gebeuren. Dat klinkt ingewikkeld, maar het is het eigenlijk niet. Overleven is wat ik het beste kan.

Wat was het meest angstaanjagende moment in die 6 jaar dat u undercover werkte?
Pistone: Op een keer was ik in een achterafkamertje en een kerel zei me: “Als je ons er niet van kan overtuigen dat je een echte juwelendief bent, dragen we je hierbuiten, opgerold in een tapijt.”

Hoe hebt u hen kunnen overtuigen?
Pistone: Communicatie. Ik moest mezelf er kunnen uit lullen, zonder te zweten, zonder ook maar de minste angst of nervositeit te tonen. Als je dat niet kan, you’re toast, dan ben je er geweest. Een andere keer beschuldigde iemand me van het stelen van 250.000 dollar drugsgeld van de familie. Ze hielden daar sit-downs over; zittingen waarin werd besproken of ik het gedaan had of niet. Als je een sit-down wint, word je gefeliciteerd. Als je verliest, nemen ze je mee voor een ritje in de wagen.

U had een appartement in Manhattan. Af en toe ging u naar uw familie in New Jersey om uw vrouw en drie dochters te zien. Was het makkelijk om opnieuw Joe Pistone te worden?
Pistone: Ik zag mijn familie maar om de 5 of 6 maanden, en dan nog slechts voor een dag of 2. Ik was als een oom die op visite kwam. Maar omdat ik mezelf niet moest veranderen, had ik er geen problemen mee. Pas wanneer ze hun persoonlijkheid veranderen, raken undercoveragenten in de problemen. Van mijn status als hoofd van de familie schoot natuurlijk niet veel over. Ze deden alles zonder mij. Ik moest dat aanvaarden, want ik had er geen controle over. Ik moest de volgende dag toch weer vertrekken.

Is het niet ondraaglijk zwaar om je vrouw en kinderen maandenlang te moeten missen?
Pistone: Ik was ervan overtuigd dat ik iets deed voor een betere samenleving, een beter land. Ik wist dat mijn kinderen uiteindelijk voordeel zouden halen uit wat ik deed. Dat was de enige manier om het te bekijken. Als je het doet om een ster te worden, valt alles in duigen.

Bent u nog steeds getrouwd?
Pistone: Ja, maar vraag me niet hoe dat gelukt is (lacht). Een van de redenen waarom ze bij me bleef, is dat ik haar niet heb verlaten terwijl ik undercover werkte. We hadden een band, en die is niet gebroken toen ik weg was. Ze wist dat ik geloofde in wat ik aan het doen was.

Hoe bechermt u uw gezin?
Pistone: We zijn veel verhuisd. Vlak na het proces zelfs vijf keer op korte tijd. Zo leerde niemand ons ooit echt kennen. We hebben ook de namen van onze kinderen veranderd en ik hou ze nog steeds weg van publieke verschijningen.

In welke mate hebben die 6 jaar undercover u veranderd?
Pistone: Ik heb nooit mijn persoonlijkheid veranderd, enkel mijn garderobe: nu eens pakken, dan weer sportieve jasjes. Ik moest me kleden naar de persoon de ik uitbeeldde.

Uw cover was die van diamantrover. Waarom koos u niet voor drugsdealer of autodief?
Pistone: Ik moest een beroep kiezen dat ik alleen kon uitoefenen. Het moest ook een beroep zijn dat niet te gewelddadig was. Ik kon geen gewelddelicten gaan plegen. Als je zegt dat je een autodief bent, moet je elke avond, elke nacht, een auto stelen. Een juwelendief daarentegen kan één slag per maand slaan en daar veel geld mee verdienen. En geld verdienen is het enige wat telt voor de maffia. Voor hen was ik een goede verdiener. Ik kon hen diamanten en kostbare edelstenen bezorgen. En als ze ergens in moesten geraken, kon ik hen helpen bij het openen van sloten en deuren en het uitschakelen van alarmsystemen.

Verdiende u enkel geld met diamanten van de overheid? Of hebt u ook daadwerkelijk misdaden moeten begaan?
Pistone: Laat ik het zo zeggen: er zijn bepaalde misdrijven die je mág begaan. Als je er geen begaat, hebben ze je ook niet nodig, hè.

Hoe ver ging uw immuniteit?
Pistone: Ik mocht geen geweldmisdrijven plegen. Ik mocht niemand neerschieten of slaan. Andere misdrijven waren wel toegestaan, zoals geweldloze diefstallen. Ik mocht ook niet betrokken raken in het opzetten van misdaden. Dat moesten de slechteriken doen.

Was het opwindend om misdaden te begaan?
Pistone: Van opwinding was geen sprake. Het ligt niet in mijn aard als politieofficier om misdrijven te plegen. Maar als het de enige manier is waarop ik bewijzen kan verzamelen om de echte misdadigers in de gevangenis te krijgen, dan zet ik bepaalde dingen door.

De echte misdadigers verdienden wellicht veel meer geld dan wat jij verdiende als overheidsbeambte…
Pistone: …ik ben nooit in de verleiding gekomen om de andere weg op te gaan. Nooit.

Hoe gewelddadig is de maffia?
Pistone: Nou, ze vermoorden elkaar.

Dat mocht u niet doen. Hoe kon u dat vermijden?
Pistone: Ik heb nooit iemand gedood tijdens de uitoefening van mijn job. En dat was moeilijk, want ik heb opdrachten gekregen om mensen om te leggen. Gelukkig wisten de kerels die ik moest ombrengen dat ze vermoord zouden worden. Ze waren op de loop en leefden ondergedoken. De FBI plukte die gasten van de straat en verschool hen. Ze lieten het uitschijnen alsof ik ze vermoord had.

In uw tijd waren er nog geen gsm’s of e-mail. Hoe liet u de FBI weten dat ze iemand moesten oppakken?
Pistone: Betaaltelefoons. Alles werd gedaan via betaaltelefoons. In die tijd waren die nog overal. En ik had altijd kleingeld in mijn zakken.

En dan kon de FBI binnen enkele minuten reageren?
Pistone: Niet zo snel. Eerder binnen enkele uren. Ik had geen bewaking. Ik moest dus iemand bellen en hem vertellen wat er te gebeuren stond. En dan was het maar te hopen dat ze er geraakten voor het gebeurde.

Waarom wilde u geen bewaking?
Pistone: Het komt altijd uit. De slechteriken stellen zich vragen: “Waarom houden ze ons in het oog? Wie volgen ze?” Plus: bewakers zullen nooit je leven redden. De enige persoon die je leven kan redden in een undercoversituatie ben je zelf.

Hoe hield u alle informatie bij?
Pistone: Die zat in mijn hoofd. Ik kon bepalen wat belangrijk was en dat kon ik meteen doorgeven door iemand te bellen.

U hebt moorden zien gebeuren. Hebt u ooit geprobeerd iemand te helpen?
Pistone: Wie vermoordt de maffia? Wie doet ze pijn? Ze vermoorden ekaar, geen burgers.

U had geen medelijden met de slachtoffers?
Pistone: Ze hadden het zelf gezocht, niet ik.

U was bijna een made man, een volwaardig lid van de maffia. Maar net op dat moment werd u zogezegd ingerekend door de FBI. Had u het liever gemaakt in de organisatie?
Pistone: Natuurlijk. Ik heb 6 jaar undercover geleefd. Ik was er maar een paar maanden van verwijderd. Beeld je de vernedering in als was uitgekomen dat ze een FBI-agent in hun rangen hadden gesloten. Zó goed had ik mijn job gedaan. Ik vond het onnozel dat de operatie werd afgebroken 3 maanden voor ik een made man zou worden.

Waarom werd de operatie eigenlijk afgebroken?
Pistone: Er was een oorlog gaande binnen de familie en te veel mensen werden vermoord. Het zou uiteindelijk ook met mij gebeurd zijn.

Wat had u nog meer kunnen bereiken als u toch een made man was geworden?
Pistone: Het had me de mogelijkheid gegeven om samen te zitten met made guys van andere families zonder dat daar iemand anders van de Bonannofamilie bij was. Ik had tegen mijn baas Sonny Black kunnen zeggen: “Ik ga zaken doen met die en die.” En het zou oké geweest zijn. Als je het niet gemaakt hebt, is het een stuk moeilijker om zaken te doen met iemand van een andere familie.

Hebt u vrienden gemaakt in die 6 jaar?
Pistone: Je kan niet 7 dagen per week, 365 dagen per jaar, 6 jaar lang tussen dezelfde mensen vertoeven zonder een soort van vriendschap met hen te ontwikkelen. Je moet echter beseffen wat die vriendschap waard is. Ze ontstaat uitsluitend door de omgeving waarin je je bevindt. Als ik niet undercover had gewerkt, zou ik niet met hen zijn opgetrokken. Ik kon ook nooit vergeten dat ik omging met gangsters en moordenaars die hun eigen soort vermoordden. Hun beste vrienden als het moest.

U was getuige op het huwelijk van Benjamin Lefty Ruggiero, de gangster die door Al Pacino gespeeld werd in de film Donnie Brasco. Hoe reageerde u toen hij het u vroeg?
Pistone: Het was een teken dat hij me vertrouwde, dat ik op het juiste spoor zat.

U was ook close met Sonny Black Napolitano. Niet lang nadat uw cover werd opgeheven, ging Lefty naar de gevangenis en werd Napolitano vermoord omdat hij zich voor u borg had gesteld. Voelde u spijt?
Pistone: Ik was daar niet om iemand de dood in te jagen. Ik was daar om bewijzen te verzamelen om ze in de gevangenis te kunnen steken. Zij hadden uiteindelijk voor een gangsterleven gekozen. Ik niet. Als gangster ga je ofwel naar de nor, ofwel naar de haaien.

Hoe reageerden ze toen ze ontdekten dat u geen vriend was, maar een flik?
Pistone: Lefty was een en al haat. Maar Sonny Black zei tegen zijn vriendin: “Hey, Donnie was beter dan wij allemaal. Hij deed zijn job.” En hij zei ook: “Hij heeft ons nooit iets anders laten doen dan wat we zonder hem ook niet zouden gedaan hebben. Hij liet ons nooit een misdaad plegen, die we anders ook niet zouden gepleegd hebben. Hij was gewoon beter dan wij.” Van Sonny was er respect. Zeker weten.

Hebt u ook respect voor hen?
Pistone: Ze deden waar ze in geloofden. Ze geloofden in een bestaan als gangster. Sonny is gegaan als een man. Hij kon naar de FBI gaan en een informant worden, maar dat deed hij niet. Hij had zoiets van: “Ik zal mijn medicijn wel nemen.” Lefty was ten dode opgeschreven. De FBI kon hem net op tijd oppakken. Hij heeft 15 jaar gezeten, maar hij heeft geen woord gezegd. Ze hebben hem alleen maar vijgelaten omdat hij doodging aan kanker. Hij had een informant kunnen worden en een lichtere straf bedingen, maar dat heeft hij nooit gedaan. Ik heb daar respect voor, ja.

U beschrijft nu de omerta, de beruchte zwijgplicht die wordt geromantiseerd in films en tv-series. Hoe dicht staat die versie bij het echte maffialeven?
Pistone: De echte maffia is niet zo romantisch. Gangsters citeren niet allemaal Aristoteles en Socrates. Het zijn dieven, moordenaars en overvallers. Ze hangen rond in clubs en restaurants, dat wel, maar ze spreken niet zoals Shakespeare. Maar die zwijgplicht is een feit. Als iemand het zwijgen verbreekt, betekent dat de doodstraf. Dat klopt.

Hoe wordt die uitgevoerd?
Pistone: Meestal brengen ze je ergens naartoe en stellen ze je op je gemak. Vervolgens schieten ze je dood. Sommigen kerels wurgen liever, met een pianosnaar of zo.

In uw boeken beschrijft u een heleboel gangsters van de lagere niveaus, die helemaal niet zoveel geld verdienen. Hoe voordelig is een gangstercarrière eigenlijk?
Pistone: Gangsters moeten elke dag uit stelen gaan om hun levensstijl te kunnen handhaven. En verder is het zoals in elke andere job. Sommige kerels hebben het talent om een goede dief te zijn, anderen zijn gewoon hele slechte dieven. Sommige kerels kunnen goed sparen, anderen geven hun geld even snel uit als ze het stelen. Sommigen verdienen een doorsnee salaris, maar ze weten hoe ze met hun geld moeten omspringen, en dus hebben ze ook wat. Maar ik heb kerels gekend die 100.000 dollar verdienden en die na 2 dagen weer kwijt waren: door te gokken of zo.

Als Donnie Brasco kreeg u uw geld van de overheid. Hoe kwistig gaf u het uit?
Pistone: Ik kon de ene dag een etentje betalen, maar de volgende dan weer niet. Als je undercover bent, wil je niet de kerel zijn die veel geld uitgeeft. De anderen gaan zich afvragen waar je al dat geld vandaan haalt. Ze gaan je als een doelwit zien en proberen je uit te melken.

Een gangster leeft voortdurend in de wetenschap dat hij kan worden gedood of gearresteerd. Dat is geen prettige gedachte. Wat houdt die mensen in de maffia?
Pistone: Ze willen gewoon geen legitieme job. Ze willen niet elke morgen naar hetzelfde werk. Ze willen op een illegale manier geld verdienen. En ze willen het respect voelen dat ze krijgen door lid te zijn van een geheime organisatie.

De maffia is een mannenbastion.
Pistone: Het is geen werkgever die rekening houdt met gelijke kansen. Je moet Italiaan zijn, blank en mannelijk. Vrouwen zijn echtgenotes. Weten die vrouwen dat hun mannen tot de maffia behoren? Tuurlijk weten zij dat. Weten hun kinderen dat? Tuurlijk weten zij dat!

Waarom hebt u Donnie Brasco geschreven, uw eerste boek?
Pistone: Ik wilde de mythe van de maffia uit de wereld helpen. Ik wilde niet dat mensen nog zouden denken dat die kerels romantisch of untouchable waren. Ik wilde tonen dat de FBI kan infiltreren in de maffia en ook de bazen kan opsluiten, niet alleen het kleine grut. Het publiek was verliefd op de maffia. Ik heb laten zien dat ze naar de gevangenis konden gaan net als iedereen, en dat ze niet onoverwinnelijk zijn.

Waarom schreef u een tweede boek?
Pistone: To clean up unfinished business. In mijn eerste boek had ik een boel informatie niet kunnen onthullen omdat de processen nog bezig waren. Nu kon het wel.

U moest getuigen op het proces. Iedereen zag uw gezicht, hoorde uw stem. Welke bescherming kreeg u nadien?
Pistone: Ik bleef bij de FBI tot 1996. Dat is op zich al een redelijk veilige werkomgeving. Nu heb ik doorgaans drie, vier kerels bij me. Zij laten niet met hun voeten spelen. En als Donnie Brasco verwierf ik het respect van andere politiemensen. Ze staan overal klaar om me te beschermen. Telkens als ik het gevoel krijg dat ik iemand moet meenemen, vind ik mensen die bereid zijn om met me mee te gaan.

Ze zeggen dat uw werk de maffia heeft vernietigd…
Pistone: Georganiseerde misdaad zal je nooit helemaal kunnen uitroeien. Er zullen altijd individuen zijn die niet willen werken. We hebben het wel geneutraliseerd. In die tijd dicteerde de maffia de Amerikaanse economie. Ze hadden de grote vakbonden in hun macht, controleerden de bouw, het transportwezen, zelfs de textielindustrie en de vismarkten. Ze konden politici laten verkiezen en kraken, ze hadden hun eigen rechters. Die macht hebben we hen afgepakt door de toplui, de mensen die dat imperium hadden opgebouwd, in de bak te steken.

Dus de manier van werken van de maffia is veranderd?
Pistone: De ouwe maffiajongens controleerden de import en distributie van drugs. Maar als ze het verdeelden, deden ze dat buiten hun eigen wijken. De jongens die vandaag de plak zwaaien, geven daar niet om. Die dealen zelfs in hun eigen straat. De oldtimers waren ook nooit zelf drugsgebruikers. De jonge generatie wel.

Wilt u zeggen dat de jongere generatie geen morele codes meer heeft?
Pistone: Ze hebben minder respect. Ze hanteren ook niet meer de traditionele waarden van de ouwe garde.

Welk effect heeft dat op het werk van de nieuwe generatie Donnie Brasco’s?
Pistone: Er zal nooit nog een andere Donnie Brasco zijn… Er werken nog wel jongens undercover vandaag, maar ze stellen zich niet meer voor een lange termijn ter beschikking om zich onder te dompelen in de maffia. De meesten zetten een handeltje op om zo met de maffia in contact te komen. Bij mij was het anders. Ik werd een van hen. Daardoor was het een job van 7 dagen per week. Ik was niet alleen betrokken in hun illegale activiteiten, maar ook in hun privéleven. Niemand heeft vandaag nog zo’n toewijding.

Gaat u nog wel eens terug naar Mulberry Street?
Pistone: Nu en dan, jazeker. En ze kennen me er nog. Ik ga er altijd met een paar grote jongens naartoe. Een paar maanden geleden kwam er een kerel op me af. Hij riep: “Hey Donnie, what the fuck you doing here? Heb je nog niet genoeg problemen veroorzaakt?” Ik antwoordde: “Zo te zien niet, want jij loopt nog vrij rond.” Ze zijn me niet vergeten.

U kreeg van de FBI een goedkope medaille en 500 dollar. Voor 6 jaar van uw leven! Was het dat echt waard?
Pistone: Ja. Ik heb het niet voor het geld gedaan. En ook niet voor een medaille. Ik heb het gedaan omdat het mijn job was. Ik geloofde in wat ik deed. De voldoening krijg ik van het besef dat ik iets goeds heb gedaan, iets nuttigs voor de samenleving en voor mijn land. Zo simpel is het.